Met erkenning kan niemand nog om het Bildts heen

Foto: Leeuwarder Courant
Om het Bildts te ‘hoeden en noeden’ wil de gemeente de taal laten erkennen onder het EU Handvest voor minderheidstalen. Zo’n erkenning kan veel opleveren: bescherming, monitoring van de taal en een sterkere structuur van organisaties die zich met de taal bezighouden. Tegelijkertijd verplicht het de gemeente zelf ook om meer aan het Bildts te doen.

Begin 1999 was het feest in het noordoosten van Portugal, in en rond het kleine stadje Mirando do Douro. Een kleine gemeenschap van zo’n 10.000 mensen spreekt er Mirandees, een in de 12e eeuw ontstane taal. In ’99 werd de taal door het Portugees parlement officieel uitgeroepen tot tweede rijkstaal, zoals het Fries hier in Nederland.

Toch was het feest van korte duur, zo beschrijft de Portugese linguïst Cristina Martins. Het mocht dan de tweede rijkstaal geworden zijn, er werd nog minder voor gedaan dan voor het Bildts hier. De enige leraar moest zelf voor lesmateriaal zorgen. Binnen het reguliere onderwijs werd neergekeken op de kleine taal; volgens sommigen was er zelfs sprake van ‘repressie’ tegen de taal. Daarnaast schaamde een deel van de ‘native speakers’ zich voor de eigen taal, volgens Martins. Er waren geen lokale media die de taal gebruikten en instituten ter behoud van de taal vielen om door ruzie en geldgebrek: in 2004 was de erkenning slechts een dode letter.

Monitoring
Onderzoeker Paulus van Sluis beschrijft de taal ook in zijn Engelstalige onderzoek naar het Bildts, en gebruikt het als waarschuwing: erkenning is prachtig, maar alleen erkenning is niet genoeg. De gemeenschap en het lokaal bestuur zal het zelf moeten blijven uitdragen.
Maar wat levert zo’n erkenning nu op? Het belangrijkste is dat overheden – zowel lokaal, provinciaal als landelijk – niet meer om het Bildts heen kunnen. De staat krijgt de plicht om het gebruik van het Bildts te monitoren. Ook heeft ze de verantwoordelijkheid om bij de aanstaande herindeling te zorgen dat het Bildts daar geen negatieve gevolgen van ondervindt. Het Rijk moet een onafhankelijk controlemechanisme in werking stellen om hier op toe te zien.

Weinig zichtbaar
Van Sluis maakte ook een sterkte/zwakte-analyse van het Bildts. Als sterke punten noemt hij dat de taal niet versplinterd is (het Bildts is in elk dorp hetzelfde, er zijn geen varianten), er is een woordenboek en organisaties zoals Stichting Ons Bildt bestaan al decennia. Ook geven Bildtse sprekers de taal vaak nog door aan hun kinderen.
Zwakke punten, of risico’s, zijn er ook. Zo leunt de taal zwaar op de inspanning van een handjevol vrijwilligers. De taal komt te weinig terug in de publieke ruimte, en financieel is men vooral afhankelijk van ‘goodwill’. Als dat plots zou stoppen zijn de gevolgen desastreus.

Gebruik taal meer
Om de taal erkend te krijgen moeten er enkele dingen gebeuren, schrijft Van Sluis. Ten eerste moet de gemeente taalbeleid ontwikkelen, voor het gebruik van het Bildts in de publieke ruimte, in het onderwijs, de media en in het cultureel leven. Bestuurders zouden ook meer Bildts moeten praten, vooral bij officiële gelegenheden en bij grote evenementen. Ondersteun daarnaast lokale media die Bildts gebruiken, en zorg ervoor dat er niet alleen Bildtse cursussen zijn, maar dat ook nieuwe cursusleiders worden opgeleid.

Charismatische voortrekker
Om de ‘strijd’ voor het Bildts een gezicht te geven, zou één iemand aangesteld moeten worden. Dat kan een bekende Bilkert of een charismatisch politicus zijn, schrijft Van Sluis. Maar zorg vooral voor draagvlak bij de gebruikers van de taal.
In de nieuwe gemeente zou een adviesraad voor het Bildts moeten worden ingesteld, die zich specifiek met de taal bezighoudt. Hij raadt de bestaande organisaties aan vooral contact te zoeken met andere Europese minderheidstalen om van elkaar te leren.

‘In de steigers’
Een van de dieper liggende oorzaken van de ondergang van het Mirandees is volgens Martins het idee dat een minderheidstaal gelijk staat aan een lage sociale klasse. Nog altijd wordt de taal geassocieerd met het platteland, armoede en gebrek aan hoger onderwijs. Als een van de armere gemeenten van Nederland, een plattelandsgemeente bovendien, ligt dat gevaar ook hier op de loer.

Toch heeft een klein groepje Portugezen het Mirandees inmiddels weer opgepakt. Er staan rubrieken in de landelijke kranten, er wordt radio gemaakt in het Mirandees en de verloren gegane instituten worden weer opgestart. Het Bildts heeft zo’n terugslag nooit gehad en staat volgens Van Sluis al behoorlijk in de steigers, zowel qua organisatiestructuur als onderwijsmateriaal. De taal wordt nog altijd veel gesproken en doorgegeven aan een nieuwe generatie.
Er zijn geen redenen te bedenken waarom het Bildts niet voor erkenning zou moeten gaan. Hoog tijd voor de volgende stap.

Boarne: Gerard de Jong, Bildtse Post

Reagearje

Dyn e-mailadres wurdt net publisearre. Ferplichte fjilden binne markearre mei *