“Bon dia, danki pa ta aki”. Zo begon Ruben Severina afgelopen donderdag 26 november zijn voordracht in het Europees Parlement in Straatsburg. Voor een publiek van Europarlementariërs van de Intergroup for Traditional Minorities, National Communities and Languages vertelde hij over het Papiaments, legde hij uit welke bedreigingen er op Bonaire zijn voor het Papiaments en onderstreepte hij wat hij verwachtte van de Intergroup. Severina sprak de Europarlementariërs toe als voorzitter van SPLIKA, maar ook namens de op Bonaire gevestigde Akademia Papiamentu. Deze twee organisaties vormen samen met Dushi Papiamentu van Bonaire, Fundacion Lanta Papiamento van Aruba en Instituto Alsa Papiamentu van Curaçao het Platform Papiamentse Unie.
In vogelvlucht maakte hij duidelijk dat ongeacht wat sommige mensen denken, Papiaments een volwaardige taal is met een eigen grammatica, een eigen woordenschat, eigen schrijfwijze en eigen literatuur. Zo vertelde hij over Pierre Lauffers gedicht Corsou: “Caminda tin baranca / Te na unda bista tira / Cu terco, tranca, / Nan ta bira / Cara mira / Cu desprecio / Olanan core, cansa / Na nan pia / Den eterno alabansa, …” en legde hij uit welk beeld de dichter opwekte, namelijk dat van beukende golven die als het ware steeds de armen omhoog hijsen in een eeuwige halleluya-beweging; en die rotsen die zich koppig omdraaien en met verachting neerkijken op die steeds aanstormende golven.
De voorzitter van SPLIKA legde uit welke bedreigingen er voor het Papiaments zijn op Bonaire. Door het beleid van de Nederlandse overheid lijkt het alsof Papiaments terrein verliest ten voordele van het Nederlands. Verder is Papiaments geen verplicht examenvak meer in het voortgezet onderwijs. Procentueel gaat het aantal inwoners die thuis Papiaments spreken steeds achteruit. En dat de Bonairianen vrezen voor verlies van taal en cultuur.
Ook andere geïnteresseerden waren aanwezig, zoals Kristòf Buza die speciaal gekomen was voor de voordracht van Severina als vertegenwoordiger van het Secretariaat van het Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden, een verdrag van de Raad van Europa dat Nederland in 1992 heeft geratificeerd.
Aan het eind van zijn voordracht maakte de voorzitter van SPLIKA de aanwezige duidelijk welke steun hij van de Europarlementariërs verwachtte. In de eerste plaats dat ze het streven van het Papiaments erkennen. Vervolgens dat ze de emancipatie van het Papiaments ondersteunen en uiteindelijk dat ze bij de Nederlandse overheid aandringen dat deze het Papiaments op Bonaire beschermt onder deel III van het Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden, het Papiaments in Nederland beschermt onder deel II van dit handvest en de Bonairianen op Bonaire beschermt als zijnde minderheid binnen Nederland.
In de discussie die op de voordracht volgde was er vooral herkenning van de kant van de Europarlementariërs. De kleine talen in hun eigen landen – vaak behoren zij zelf tot een minderheid – maken een nagenoeg eenzelfde ontwikkeling door. Er is sprake van bedreiging en van de dominante officiële taal. Daarom juist hanteert de Europese Unie dat elke Unieburger minstens drie talen moet spreken: de officiële taal van het land, de thuistaal van de spreker en een taal van keuze voor internationale communicatie. Het feit dat sprekers van Papiaments Europese burgers zijn – hetgeen blijkt uit het paspoort en het stemrecht voor Europese verkiezingen – is volgens de Europarlementariërs reden genoeg om Europese bescherming te zoeken. Voorzitter N. Torvalds zegde namens de Intergroup het Papiaments dan ook alle steun toe.
Dat er Papiaments gesproken werd in het Europarlement is een hoogtepunt uit een reeks van activiteiten om meer bescherming te krijgen voor het Papiaments in Nederland. Al in het vorige decennium is SPLIKA gestart met dit traject. Zo is gestimuleerd dat op Bonaire de zusterorganisatie Akademia Papiamentu werd opgericht en werd gestimuleerd dat in 2012 het Platform Union di Papiamento/u een feit werd. Verder werd ook ingezet om tot meer samenwerking te komen tussen de landen Aruba, Curacao en Nederland als het ging om het Papiaments en werd er concreet gestreefd naar de oprichting van een Papiamentse Taalunie op het niveau van de regeringen. Verschillende symposia zijn aan dit thema gewijd.
SPLIKA, in samenwerking met Akademia Papiamentu en de andere leden van het Platform Papiamentse Unie zal verder streven naar de realisering van het doel, namelijk de bescherming vn het Papiaments onder Europese verdragen. Met name het Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden en het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden. De Nederlandse overheid kan dan ook spoedig een nieuw beschermingsverzoek tegemoet zien.