Bordspel Streektaalstrijd: verover Nederland en Vlaanderen met streektaal

Promovendi Raoul Buurke, Hedwig Sekeres en Lourens Visser van de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen hebben een bordspel ontwikkeld: Streektaalstrijd. Spelers veroveren het taalgebied van de tegenstander door vragen over taalwetenschap en de streektalen die in Nederland en Vlaanderen worden gesproken te beantwoorden. Op 26 februari overhandigde prof. dr. Martijn Wieling, initiator van het spel, een exemplaar van het spel aan Groninger commissaris van de Koning René Paas.

Streektaalstrijd bestaat uit een geografische kaart van Nederland en Vlaanderen, verdeeld in zeven gekleurde vlakken. Elke kleur staat voor een streektaal die nog altijd wordt gesproken: Fries, Nedersaksisch, Hollands, Zeeuws, Limburgs, West- en Oost-Vlaams en Brabants. Het spel wordt gespeeld met twee tot zeven spelers. Elke speler vertegenwoordigt een taalgebied. Spelers veroveren het taalgebied van de tegenstander door vragen over de streektalen die in Nederland en Vlaanderen worden gesproken te beantwoorden.

Grote variatie binnen taalgebieden
Tijdens het spelen leren spelers allerlei bijzondere woorden uit de verschillende streektalen. Ook komen ze meer te weten over de grote variatie binnen taalgebieden, want alleen al binnen het Nedersaksisch zijn er legio variaties, denk aan Gronings, Drents, Twents en Veluws. En ook die varianten kennen weer subvarianten.

Daarnaast kunnen spelers geluidsfragmenten beluisteren via de bijbehorende website, en raden uit welk spraakgebied het fragment komt. Zo leren ze wat over de uitspraak en doen ze kennis op over taalkunde in het algemeen, bijvoorbeeld over het Indo-Europees, de taalfamilie waar alle zeven taalgebieden onder vallen.

Vooroordelen wegnemen
Taalwetenschapper Raoul Buurke: “We willen mensen op een speelse manier iets leren over taalwetenschap en de variatie aan streektalen in Nederland en Vlaanderen. Maar het spel willen we ook vooroordelen wegnemen over mensen die streektalen spreken. Over hen wordt nog weleens gedacht dat ze bot of onintelligent zijn. Terwijl dat helemaal niks met het spreken van een streektaal te maken heeft.”

Streektalen zijn het waard om gesproken te worden, vinden Buurke en zijn collega’s. “Het is belangrijk, levend cultureel erfgoed, dat maakt al die verschillende varianten van streektalen heel waardevol.”

De taalwetenschappers onderzoeken vooral Nedersaksische talen. Daarom werkten ze voor de ontwikkeling van het bordspel samen met wetenschappers uit heel Nederland en Vlaanderen. “Maar we hebben ook sprekers van de verschillende talen erbij betrokken”, vertelt Buurke.

Verkooppunten
Het spel is sinds begin dit jaar in beperkte oplage te koop op verschillende plekken in Nederland, onder meer in de Universiteitswinkel van de RUG. Het spel is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en bijdragen van diverse provincies en streektaalorganisaties.