door Koos van Houdt
In politiek Den Haag moeten ze ophouden te denken dat Nederland één regio in de Europese Unie vormt. Dat zegt Johannes Kramer, gedeputeerde voor de Fryske Nasjonale Party FNP in de provincie Fryslân. Kramer is niet alleen drijvende kracht achter de Onafhankelijke Senaatsfractie in de Eerste Kamer, maar ook actief Europeaan.
Hij voelt zich “goed vertegenwoordigd” in Europa, doordat de Europese Vrije Alliantie EVA met zeven leden onderdeel uitmaakt van de Groene fractie in het Europees Parlement. In de EVA zijn ook regionale partijen uit onder meer Spanje, Schotland, Wales en Letland vertegenwoordigd. Wie mocht denken dat de FNP de luiken sluit, niets met Nederland als geheel en al helemaal niets met de Europese Unie te maken wil hebben, heeft het mis.
Sterker nog, Kramer is actief bezig met het bevorderen van grensoverschrijdende samenwerking tussen Noord-Nederland en het noorden van Duitsland. Daar liggen volgens hem veel kansen. Die boodschap sprak hij luid en duidelijk uit tijdens een debat op 5 maart 2015 in Groningen over “Provincies en Europa” op weg naar verkiezingen voor Provinciale Staten op 18 maart. Kramer debatteerde daar, op een avond die was belegd door het EU-netwerk Noord-Nederland, met Nienke Homan (fractievoorzitter en lijsttrekker van GroenLinks in de provincie Groningen) en Johan Baltes (VVD’er in Provinciale Staten van Drenthe en voorzitter van DrEUN, een statenwerkgroep die zich bezig houdt met verbetering van de kennis over Europees beleid voor het werk in de Staten).
Dicht bij Statenleden
DrEUN is volgens Baltes opgezet, omdat het Europese beleid dicht bij de statenleden moet terecht komen. Je kunt je, aldus deze VVD’er, gewoon als Statenlid niet veroorloven er niets vanaf te weten. Heel veel van het provinciale beleid wordt nu eenmaal bepaald in de Europese Unie, stelde hij vast. Nienke Homan (GroenLinks): “Je merkt ook in de praktijk dat de Europese Unie veel meer is dan alleen een samenwerking tussen 28 hoofdsteden van lidstaten. De regionale samenwerking groeit merkbaar”.
Ook de Friese gedeputeerde Kramer was het daar mee eens. Hij sprak zich uit ten gunste van een krachtige regio Noord-Nederland. “Die is overigens goed op weg, maar het kan beter”, zei hij. Daarmee was de toon tijdens dat debat gezet. In het noorden is men niet zo bezig met de vraag of we eigenlijk niet zouden moeten stoppen met Europese samenwerking. Noord-Nederland werkt redelijk samen om er wat van te maken ten aanzien van het Europese regionale beleid. Het maakt in dat verband niet zoveel uit van welke politieke partij je mensen aan het woord laat.
Natuurlijk zijn er politieke verschillen over de inhoudelijke thema’s, maar de samenwerking van de noordelijke provincies met de Europese instellingen staat als een huis. Sterker nog, het handjevol mensen dat vanuit Noord-Nederland in het Huis van de Nederlandse Provincies in Brussel is gestationeerd, mag stevig worden uitgebreid. Daarvoor pleitte de Drentse VVD’er Baltes. Zijn opvatting werd gedeeld door de anderen.
De lobby van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland SNN (waarin de drie noordelijke provincies samenwerken) is nu “goed bedoeld, maar moet eigenlijk veel sterker. We moeten meer investeren in die lobby, onder meer om de positie van de duurzame landbouw in het noorden te versterken en veilig te stellen”, zei hij.
Basisregels
Baltes zei verder geen veranderingen te willen in de basisregels van de Europese Unie, zoals het gebruik van de euro, het vrije personenverkeer en de vrije handel op de Europese interne markt. Maar waar we echt wat aan moeten doen, zei hij, is het verminderen van de bureaucratie rond de Europese fondsen. “Dat is allemaal heel goed bedoeld, maar de regeldruk werkt zeer ontmoedigend”.
Meer echt debat ontstond over de stelling van de VVD’er, dat we moeten proberen soepeler om te gaan met Natura 2000, het Europese programma, waarin regionaal plattelandsgebieden worden beschermd vanwege de waardevolle natuur. Baltes: “We gaan voor ‘werk, werk, werk’ en dan belemmeren de huidige spelregels de groei van het aantal banen in landbouw en natuurbeheer.” Veel bedrijven in de agrarische sector zitten op slot. Dat is verkeerd, zei hij, want “banen gaan voor bomen”.
Dat was tegen het zere been van Nienke Homan (GroenLinks). “Juist daarom hebben we zoiets als Natura 2000 nodig, zei ze. Johannes Kramer zag het allemaal wat zonniger in. Jazeker, Nederland heeft met het aanmelden van 150 gebieden in Brussel simpelweg teveel gedaan. Maar als je kijkt naar de vier Friese gebieden, dan zie je dat het daar loopt als een trein. Mooie bescherming en uitbreiding van de natuur, terwijl er geen bedrijf op slot gezet behoefde te worden.
Proeftuin
Het noorden van Nederland wordt vaak gezien als proeftuin voor het gebruik van duurzame energie. Dat gaan we de komende periode ook merken. De EU werkt aan een Energy Union: minimaal 40% reductie van uitstoot van broeikasgassen in 2030 ten opzichte van 1990, en minimaal 27% duurzame energie in datzelfde jaar.
De politici die deze avond aan het woord kwamen, maakten allemaal duidelijk dat de afspraken rond het plaatsen van windmolens, wat hen betreft zullen worden nagekomen. Ook al zijn er vanuit de bevolking veel weerstanden vooral vanwege de geluidhinder die windmolens zouden veroorzaken in de achtertuin.
Nienke Homan zal vanuit GroenLinks in de komende periode in de Staten eraan werken dat zeker vijf dorpen op het platteland van Groningen ‘energieneutraal’ zullen worden. Dat betekent dat zo’n dorp via duurzame vormen van energie, die ter plekke wordt opgewekt, voldoende zal hebben voor het eigen gebruik. Energie zal steeds meer niet via grote en zelfs internationale voorzieningen en centrales worden opgewekt, maar steeds meer kleinschalig en decentraal, hoopt ze. De grote kolencentrale in de Eemshaven ten spijt.
Maar in Groningen is Energy Valley actief. Jawel, zegt mevrouw Homan, maar die zet nog veel te veel in op het gebruik van fossiele grondstoffen. Groningen als proeftuin voor kleine, decentrale energievoorziening is ook een antwoord, waardoor de gaskraan steeds verder dicht zal kunnen, denkt ze. Zoveel daadkracht was er bij de anderen nog niet. Johan Baltes: “Voor mij is voorloper zijn geen doelstelling op zich. Johannes Kramer: “Voorloper? Alleen als de bevolking daarin meekomt. Draagvlak is erg belangrijk”.
Culturele Hoofdstad van Europa
Iedereen in Noord-Nederland is intussen blij met de aandachtstrekker van Leeuwarden als Culturele Hoofdstad van Europa in 2018. Maar het is de vraag of ze in Leeuwarden zelf wel gediend zijn van al die aandacht. Daar willen ze liever de Fryske Mienskip van hoofdstad en omliggende provincie als centrale aandachtstrekker. Johannes Kramer bevestigde dat voor alle duidelijkheid nog maar even in het debat. Nienke Homan en Johan Baltes zaten er niet zo mee. Als men in Groningen en Drenthe kansen ziet om aan te sluiten, zal dat zeker gebeuren, zo verwachten ze.