Op 1 jannewaris 2014 publisearre it ministearje fan ynlânske saken en keninkryksrelaasjes it folgjende parseberjocht:
De Friezen hebben een eigen taalwet. Hierin wordt geregeld dat het Fries en het Nederlands de officiële talen zijn in de provincie Fryslân. Wettelijk staat vast dat Friese burgers het recht hebben om in de rechtszaal en in het contact met bestuursorganen hun eigen taal, Nederlands of Fries, te gebruiken. Ook is een nieuw Orgaan voor de Friese taal ingesteld, met wettelijke taken ter bescherming en bevordering van het Fries.
Dit regelt de Wet gebruik Friese taal, die vandaag van kracht is geworden. Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) vindt het van groot belang dat er nu een taalwet is die het Fries beschermt en bevordert.
Het Orgaan voor de Friese taal ziet toe op de status en het gebruik van het Fries in de provincie. Het adviseert en rapporteert aan bestuursorganen (zoals ministeries, provincie en Friese gemeenten) en rechterlijke instanties. Ook heeft het een agenderende en adviserende functie. Het ziet ook toe op de juiste invulling van het Kaderverdrag voor Nationale Minderheden en op het Europees Handvest voor regionale talen. Het Orgaan telt vijf leden, die met ingang van vandaag zijn benoemd: Klaas Sietse Spoelstra (voorzitter), Bianca Pander, Freddy Weima, Tytsy Willemsma en Hanny Elzinga.
Verder regelt de nieuwe wet de aanscherping van regels over het gebruik van de Friese taal door de decentrale overheden in Fryslân. Deze bestuursorganen moeten voortaan regels en een beleidsplan opstellen voor het gebruik van de Friese taal. In de nieuwe wet worden bestaande wettelijke kaders samengevoegd en aangescherpt.